Bijbelverhalen vertellen op een vrolijke manier
Joes en Mara gaan op kraambezoek bij Casper, die met Kerstmis geboren is, net als kindje Jezus. Natuurlijk nemen ze een cadeautje mee, maar wat? Ze besluiten zelf iets te knutselen.
Het bijbelverhaal van deze aflevering is het bekende verhaal van de drie wijzen (of koningen) uit Matteüs 2,1-12, die een ster volgden en op zoek gingen naar de nieuwe koning. Ook zij hadden cadeaus meegebracht.
Samen met Joes, Mara en Kleine Uil zijn we bij Kerstavond aangekomen. Ze hebben er zo’n zin in en kijken er naar uit. Joes en Mara bakken alvast kerstkransjes. Ze willen ze ook naar de buurman brengen, zodat hij ook iets heeft om naar uit te kijken.
Kleine Uil wordt wijs heeft voor elke Adventsweek een verhaal. Op Kerstavond lezen we het ‘uitkijkverhaal’, van Jesaja. Over een kind, dat geboren zal worden om vrede te brengen. Een vredeskoning om naar uit te kijken!
Samen met Joes, Mara en Kleine Uil zijn we bij Kerstmis aangekomen. Joes en Mara zijn naar de nachtmis geweest. Wat was het fijn! Nu vieren ze samen met Kleine Uil thuis nog eens dat het kindje geboren werd, in een stalletje. Kleine Uil wordt wijs bracht elke Adventsweek een verhaal. Op Kerstmorgen wordt de reeks afgesloten met het bekende verhaal van het kindje Jezus in de kribbe. Het bijbelverhaal van de Kerstmis is het kerstverhaal van de geboorte van Jezus. (Lucas 2,1-14) Het kerstliedje ‘In een stalletje’ is geschreven door Rikkert Zuiderveld.
De vierde aflevering van Kleine Uil wordt wijs, met dit keer het verhaal van Sint Martinus. Mara mag met de buurkinderen mee, Sint Maarten-zingen met een lampion langs de deuren. Ze krijgt heel veel lekkers. Maar wil zij dat zelf ook wel delen? Het verhaal gaat over soldaat Sint Maarten die bij de stadspoort zijn mantel in tweeën sneed om hem te delen met een arme bedelaar.
Mara wil heilig en beroemd worden en nu heeft ze ontdekt dat er voor alle heiligen een feest is! Daar wil ze wel heen, maar wat moet je aan, en wat is het precies voor feest? Ze gaat op onderzoek uit.
Het bijbelverhaal is Lucas 2,1 – 2,56. Elisabet is in verwachting, en ook haar nichtje Maria hoort dat ze zwanger is. Ze gaat op bezoek bij haar tante, en zingt dan een danklied voor God. Het past bij Allerheiligen.
Mara en Hannelies hebben een dode vogel gevonden. Joes heeft hem in een mooi doosje gelegd. Kleine Uil hoopt nog dat Joes hem weer levend kan maken, maar dat kan niet. Dan besluiten ze hem – als echte vrienden van de onbekende vogel – te gaan begraven op een mooi plekje.
Het evangelieverhaal is Johannes 11,1-45 (jaar A); Jezus wordt bij zijn zieke vriend Lazarus geroepen maar als Hij aankomt is Lazarus al begraven. Marta heeft vertrouwen in Jezus, en met Gods hulp wordt Lazarus opgewekt. Het hoort bij de vijfde zondag van de Veertigdagentijd, maar is ook heel geschikt om met Allerzielen te bekijken.
Mara en Joes hebben voor Uil een prachtige Dierendag voorbereid. Maar hun goedbedoelde verrassingen passen niet bij Kleine Uil.
In het verhaal van Franciscus die tot de vogels preekt ontdekken ze wat dieren nodig hebben.
Joes en Mara logeren bij oma, op zolder, en het is best een beetje eng. Wat horen ze toch voor geluiden? Enge beesten? Maar voor de meeste dieren hoef je toch helemaal niet bang te zijn? Kleine Uil weet wie er echt niet bang was voor dieren: Franciscus! Op 4 oktober vieren we zijn feest!
Het verhaal over Franciscus is ‘De wolf van Gubbio’. De wolf had honger, en de mensen in de stad waren bang voor hem. Franciscus was niet bang, hij weet de wolf en de mensen tot vrienden van elkaar te maken.
Joes verveelt zich. Niemand thuis, niets te doen. Dan komt Hannelies van de buren binnen… en alles wordt anders. Soms lijkt het ineens alsof je vliegt!
Het bijbelverhaal is Handelingen 2,1-11; Het verhaal van Pinksteren.
Joes en Mara kijken in het boekje van hun neef André. Die wist superveel over insecten! Daar hebben Joes en Mara heel wat van opgestoken. En ook nu hij weg is, gaan ze door met insecten kijken.
Het bijbelverhaal is Handelingen 1,1-11 (jaar A, B en C); Het verhaal van de Hemelvaart van Jezus.